Stadsbestuur wint rechtszaak maar laat baanwinkels aan Bevrijdingsplein toch toe

Per vergissing gaf de stad Halle in 2017 een ontwikkelaar een vergunning om baanwinkels te openen aan het Bevrijdingsplein. Omdat ze het handelscentrum wou versterken en eigenlijk geen baanwinkels wou, besliste de stad in beroep te gaan tegen haar eigen beslissing. Ze krijgt nu gelijk van de Raad van State maar legt het arrest naast zich neer en vergunt de baanwinkels alsnog. “Waarom dan al die kosten en procedures voor de rechtbank? Is men plots voor baanwinkels en is de leegstand in het handelscentrum geen argument meer?”, vraagt N-VA-raadslid Sven Pletincx zich af.

N-VA Halle stelt zich serieuze vragen bij de manier waarop de stad een vergunning toekent voor het uitbaten van handelszaken op de vroegere garage Surkeyn aan het Bevrijdingsplein. Sinds enige tijd zijn er op deze site enkele handelszaken gevestigd maar de stad zag hun komst niet zitten en gaf in 2017 een negatief advies voor een vergunning. Achteraf bleek dat het schepencollege een vergissing had gemaakt:  het had deze aanvraag moeten weigeren in plaats van een negatief advies te geven. Door deze fout behaalde de ontwikkelaar stilzwijgend de vergunning binnen. Hierop trok het schepencollege zelf naar de Raad van State om de eigen vergissing recht te trekken. De stad haalde in april haar slag thuis. Einde verhaal, zou men denken.  Maar de stad is alweer van gedacht veranderd en wil nu toch een positief advies geven aan deze handelszaken.

“Deze gang van zaken is echt kafka in Halle”, zegt N-VA Halle gemeenteraadslid Sven Pletincx. “De stad maakt eerst een bestuurlijke vergissing en trekt nadien naar de Raad van State om deze recht te zetten. Na een lange juridische slag haalt de stad haar gelijk. En juist nu de vergunning wordt vernietigd, beslist het college toch een positief advies te geven. Hiermee gaat ze niet alleen lijnrecht in tegen haar eerdere houding, ze negeert ook drie negatieve adviezen van de diensten mobiliteit, ruimtelijke ordening en lokale economie. Het stadsbestuur lijkt dan toch een voorstander voor de komst van deze baanwinkels. De beslissing gaat regelrecht in tegen haar eigen visie om het handelscentrum te versterken. Aan deze houding is kop noch staart aan te vinden.”